In de panden van de voormalige watersportwinkel aan de Wijbrand de Geeststraat in Leeuwarden komen 8 stadswoningen. Lautenbag Architectuur heeft het ontwerp en de bouwaanvraag hiervoor verzorgd.
De huidige bebouwing bestaat uit drie panden met elk een geheel eigen geschiedenis en karakter. Het grootste deel, vanaf de straat af gezien aan de linkerkant, is in de jaren ’60 als vervangende nieuwbouw gemaakt. Daarvoor is de oorspronkelijke 100 jaar oude (woon-)bebouwing gesloopt en is de straatwand abrupt onderbroken. Het gedeelte uit de jaren ’60 is exemplarisch voor die tijd met een zichtbare betonstructuur en grote glazen puien en contrasteert erg met de omliggende bebouwing. Het middelste gebouw, ooit in gebruik geweest als zeilmakerij, is een opvallend karakteristiek gebouw. Dit pand is ook net iets hoger dan de naastliggende gebouwen en heeft een extra verdieping. De gevel heeft in het metselwerk kenmerkende versieringen met witte banden en sluitstenen. In het midden van de gevel zit een steen met de naam van het pand: ‘Middelburg’. Geheel rechts is een pand dat ooit in gebruik was als rijwielhandel. Dit was een werkplaats op de begane grond met een bovenwoning daarboven. Aan de achterzijde en de zijkanten hebben alle gebouwen blinde gevels. De achterzijde grenst namelijk tegen de zijkant van bebouwing aan de Oostergrachtswal.
In de drie gebouwen komen in totaal acht woningen. De bovenwoning op nummer 101 blijft onveranderd. De voormalige werkplaats daaronder wordt gecombineerd met het kleine aangrenzende pandje. In ‘Middelburg’ komen drie woningen. Twee van drie bouwlagen en één in het midden over vier bouwlagen. Deze middelste woning heeft een entree op de begane grond, kleine werk-/slaapkamers op de eerste en tweede verdieping en een woon- en slaapruimte in een nieuw te realiseren kapconstructie die als dakopbouw op het pand wordt gemaakt. De kap maakt een beëindiging aan het gebouw.De verdeling in de gevel wordt doorgezet in de kap met een verdeling van dakkapellen en een verdeling van gevelopeningen op de begane grond. Het linker gedeelte uit de jaren ’60 wordt volgens het huidige stramien verdeeld in drie woningen. Ook op dit deel wordt een kapconstructie gemaakt. Deze kap is korter dan de diepte van het pand, waardoor er ruimte is voor een privé dakterras aan de achterzijde. Door de gesloten achter- en zijkanten zijn de woningen voor hun daglicht, uitzicht en ventilatie volledig afhankelijk van openingen in de straatgevel. De woon- en slaapruimtes zijn op deze zijde georiënteerd. Door het toevoegen van een kapconstructie kan de woonruimte op de eerste etage gemaakt worden en is er daarnaast nog ruimte voor drie slaap-/werkkamers. De jaren ’60 gevel wordt aangepast. Hier voorlangs komt een baksteen gevel met een reliëf dat de achterliggende betonstructuur uitdrukt. De materialisatie met baksteen metselwerk heelt het ‘gat’ in de straatwand dat in de jaren ’60 is geslagen.